Een stoepa in het Tibetaans Instituut

Yeunten Ling - Tibetaans Instituut - Stoepa


De stoepa van het Tibetaans Instituut werd gebouwd overeenkomstig de traditionele regels van de sacrale architectuur. Tcheuten (stoepa in het Sanskriet) betekent letterlijk ‘basis voor offergaven’. De spirituele invloed van een tcheuten is van die aard dat zowel diegenen de hem eer bewijzen, als zij die hem bouwen of in de nabijheid ervan wonen, de positieve uitwerking ervaren: een bron van geluk en vrede. Een Stoepa wordt dan ook gezien als een monument toegewijd aan de vrede in de wereld.

Deze stoepa werd gesponsord door Marcel Vancalemont ter nagedachtenis van zijn vrouw, Josée Geerts.

Lama Karta heeft, uit de acht verschillende soorten, de tcheuten gekozen die nog niet bestond in Europa: de stoepa van de duizend lotussen.  Een primeur dus voor Vlaanderen! Het is uiteindelijk ee aantrekkelijk monument geworden met een hoogte van zeven meter.

In het algemeen wordt het lichaam van de Boeddha weergegeven in beelden, zijn woorden in de teksten en zijn geest in de stoepa’s.


De Tibetaanse lama’s hebben ceremonies geleid die met de bouw van een stoepa gepaard gaan.

  • In de ondergrond werden wapens begraven als symbool van de vrede, met de sterke wens dat vrede in de regio en in de wereld moge heersen.

  • In het onderstuk van het gebouw werd een mandala geplaatst: een symbolische voorstelling van het universum.

  • Op het niveau van de leeuwentroon bevindt zich een hele voorraad voorwerpen, kostbare objecten met een symbolische waarde, die de hele wereld tevreden kunnen stellen en gelukkig maken: vazen met edelgesteenten, afbeeldingen van de voorspoedige tekens, daarbij een provisie van basis voedingsmiddelen en een mandala.

  • In de vaas va de stoepa werden verscheidene teksten en recipiënten met kostbare materialen en medicijnen uit o.a. India, Tibet, Indonesië geplaatst, die waarde vertegenwoordigen zoals wijsheid, discipline, methode.

Symbolische betekenis

De vaas met de schatten (in de grond), is het symbool van de acht edele rijkdommen.

Het basis-platform die ‘de aarde vasthoudt’, is het symbool van de tien deugden: van het lichaam (het leven beschermen, edelmoedigheid beoefenen, ethische levenswandel), van de spraak (de waarheid spreken, harmonie brengen, kalm en zacht taalgebruik), van de geest (tevreden zijn, altruïsme, vertrouwen in juiste inzichten). Zij vormen de correcte fundering voor de bevrijding.

  1. De drie treden vertegenwoordigen de ‘driedubbele toevlucht’ waaraan men zich houdt: de Boeddha, diens onderricht (de Dharma), de gemeenschap van diegenen die het onderricht toepassen (de Sangha).De leeuwentroon is het symbool van het onovertreffelijke in het hele universum. 

  2. De kleine en de grote lotus zijn het symbool van de zes transcendente deugden: edelmoedigheid, ethiek, geduld, toewijding, meditatie en wijsheid.

  3. De vier hoeken van de basis-troon zijn het symbool van de ‘vier onmetelijke’: onmetelijke liefde, onmetelijk mededogen, onmetelijke vreugde, onmetelijke gelijkmoedigheid.

  4. De eerste trede is het symbool van de vier objecten van oplettendheid: de vergankelijkheid van het lichaam, de gewaarwordingen, het niet-substantieel karakter van de gedachten, de bestaansvormen (Dharma’s).

  5. De tweede trede is het symbool van de vier perfecte inspanningen (Sammâpadhâna): de positieve bestaansvorm proberen te bewaren, dergelijke vormen die zich nog niet voordeden proberen te ontwikkelen, negatieve bestaansvormen die er nu zijn proberen te verwijderen, zich in te spannen om dergelijke vormen niet meer toe te laten.

  6. De derde trede is het symbool van de vier wonderbaarlijke steunen (Riddhipâda): het gebed, de gedachte, de volharding, de actie.

  7. De vierde trede is het symbool van de vijf spirituele eigenschappen (Indriya):van het geloof, van de energie, van de aandacht, van de concentratie, van de kennis.

  8. De onveranderlijke basis die de vaas draagt is het symbool van de vijf krachten (Bala) : de kracht van het geloof, de kracht van de energie, de kracht van de aandacht, de kracht van de concentratie, de kracht van de kennis.

  9. De vaas vertegenwoordigt de zeven takken van de Verlichting (Bodhyanga): een feilloos geheugen (vorige levens), een perfecte kennis van alle Dharma’s, toewijding, opgewektheid, de perfecte beheersing van alle disciplines, concentratie, gelijkmoedigheid.

  10. De ‘Tré' en het omgekeerde deel zijn het symbool van de achtvoudige edele weg: perfect inzicht, perfect begrip, perfect woordgebruik, perfecte daad,  perfect leven, perfecte inspanning, perfecte aandacht, perfecte concentratie.

  11. De Levensboom is het symbool van de tien objecten van de kennis: de fenomenen, de geest, de aaneenschakelingen, de illusie, het lijden, de oorsprong van het lijden. Het stopzetten ervan, de weg die ertoe leidt, de vernietiging, het niet-verschijnen. En tevens van de tien transcendente deugden.

  12. De dertien ringen zijn het symbool van de tien vermogens en de drie essentiële herinneringen.

  13. Het zonnescherm en de steun zijn het symbool van de overwinnaar. De Zaraisak vertegenwoordigt de sieraden van alle sublieme kwaliteiten.

  14. De maan is het symbool van het verwijderen van alle lijdensvormen. De zon is het symbool van de schittering van de duizend lichtstralen van het mededogen. 

  15. Het juweel op de top is het symbool van de vervulling van alle wensen.